De automaat voorziet de duiker tijdens de duik van een juiste hoeveelheid lucht in de juiste druk. Het geheel bestaat uit:
- De eerste trap. Dat is het gedeelte wat op de duikfles wordt gemonteerd. Deze brengt de flesdruk omlaag tot circa 8 bar boven de omgevingsdruk (middendruk).
- De tweede trap, oftewel de automaat zelf, zorgt ervoor dat deze middendruk omlaag gebracht wordt tot de daadwerkelijke omgevingsdruk.
- Er zijn 2 mogelijkheden om de automaat op de fles te bevestigen:
- De DIN-aansluiting
- De INT-aansluiting (internationale)
In nederland wordt in het algemeen gebruik gemaakt van de internationale aansluiting. Onderhoud: Na elke duik, ook in zoet en zwembadwater, moet het geheel worden schoon gespoeld. Het is verstandig om ieder jaar de inwendig na te laten kijken door een deskundige.